Vr. 96. Wat eist God in het tweede gebod?
Antw. Dat wij God in generlei wijze afbeelden a, en op geen andere wijze vereren, dan Hij in Zijn Woord bevolen heeft b.
a Jes. 40:18-19, Jes. 40:25, Deu. 4:15-16, Rom. 1:23, Han. 17:29
b 1Sam. 15:23, Deu. 12:30, Mat. 15:9
Vr. 97. Mag men dan ganselijk geen beelden maken?
Antw. God kan en mag in generlei wijze afgebeeld worden a. Maar de schepselen, al is het dat zij mogen afgebeeld worden, zo verbiedt toch God hun beeltenis te maken en te hebben, om die te vereren, of God daardoor te dienen b.
a Jes. 40:25
b Ex. 34:17, Ex. 23:24, Ex. 34:13, Num. 33:52
Vr. 98. Maar zou men de beelden in de kerken als boeken der leken niet mogen dulden?
Antw. Neen; want wij moeten niet wijzer zijn dan God, Dewelke Zijn Christenen niet door stomme beelden a, maar door de levende verkondiging Zijns Woords wil onderwezen hebben b.
a Jer. 10:8, Hab. 2:18-19
b Rom. 10:14-15, Rom. 10:17, 2Pet. 1:19, 2Tim. 3:16-17