Vr. 33 Waarom is Hij Gods eniggeboren Zoon genaamd, zo wij toch ook Gods kinderen zijn?
Antw. Daarom dat Christus alleen de eeuwige natuurlijke Zone Gods is a; maar wij zijn om Zijnentwil uit genade tot kinderen Gods aangenomen b.
a Joh. 1:14. Hebr. 1:1, 2. Joh. 3:16. 1 Joh. 4:9. Rom. 8:32.
b Rom. 8:16. Joh. 1:12. Gal. 4:6. Ef. 1:5, 6.
Vr. 34 Waarom noemt gij Hem onzen Heere?
Antw. Omdat Hij ons met lichaam en ziel van al onze zonden, niet met goud of met zilver, maar met Zijn dierbaar bloed gekocht, en van alle heerschappij des duivels verlost heeft, en ons alzo Zich tot een eigendom gemaakt a.
a 1 Petr. 1:18, 19 en 2:9. 1 Kor. 6:20. 1 Tim. 2:6. Joh. 20:28.
on