Vr. 57. Wat troost geeft u de opstanding des vleses?
Antw. Dat niet alleen mijn ziel na dit leven van stonden aan tot Christus, haar Hoofd, zal opgenomen worden a, maar dat ook dit mijn vlees, door de kracht van Christus opgewekt zijnde, wederom met mijn ziel verenigd en aan het heerlijk lichaam van Christus gelijkvormig zal worden b.
a Luk. 16:22, Luk. 23:43, Fil. 1:21, Fil. 1:23
b Job 19:25-26, 1Joh. 3:2, Fil. 3:21
Vr. 58. Wat troost schept gij uit het artikel van het eeuwige leven?
Antw. Dat, nademaal ik nu het beginsel der eeuwige vreugde in mijn hart gevoel a, ik na dit leven volkomen zaligheid bezitten zal, die geen oog gezien, geen oor gehoord heeft, en in geens mensen hart opgeklommen is, en dat, om God daarin eeuwiglijk te prijzen b.
a 2Kor. 5:2-3
b 1Kor. 2:9